aan: Gedeputeerde Staten van alle provincies & Omgevingsdiensten
betreft: AANVULLING HANDHAVINGSVERZOEK stoffen in bestrijdingsmiddelen
datum: 9 dec 2021
van: vereniging Meten=Weten
KvK-nummer 74720295
gemachtigde: Geert Starre & Henk Baptist
Gerard ter Borchstraat 51, 7944 GM Meppel
info@metenweten.nl
Geachte Colleges,
Per brief van 8 oktober 2021 heeft de vereniging Meten=Weten een handhavingsverzoek ingediend om het gebruik van een aantal stoffen in bestrijdingsmiddelen in uw provincie niet langer toe te staan. Dit omdat er wetenschappelijke twijfel bestaat of het gebruik ervan geen significante effecten heeft op de Natura 2000-gebieden.
In het handhavingsverzoek is vermeld dat als gevolg van de uitspraak van de Rechtbank Noord Nederland (
ECLI:NL:RBNNE:2021:2483), een teelt met gebruik van bestrijdingsmiddelen op een perceel een project is in de zin van de Wet natuurbescherming. Als een dergelijk project significante gevolgen kan hebben op een Natura 2000-gebied moet een passende beoordeling gemaakt worden.
Hoewel de rechter in de bovengenoemde uitspraak vaststelde dat er sprake is van vergunningplicht, zijn wij specifieker: er is sprake van de plicht tot het opstellen van een passende beoordeling. Dan volgt uit het gestelde in artikel 6 lid 3 van de Habitatrichtlijn automatisch een onderzoeksplicht als genoemde bestrijdingsmiddelen worden toegepast.
Onvoldoende concreet?
Van een aantal provincies, waaronder uw provincie, ontving Meten=Weten een brief met de volgende tekst: "
Middels deze brief attenderen wij u erop dat uw verzoek tot handhaving op dit moment onvoldoende concreet is. In het voornoemde verzoek tot handhaving ontbreekt namelijk wezenlijke informatie omtrent de specifieke inrichtingen/bedrijven die gebruik maken van gewasbeschermingsmiddelen waarin voornoemde stoffen zitten en de locaties waar deze stoffen worden gebruikt. Door het ontbreken van deze informatie is het voor ons niet duidelijk tegen welke inrichtingen/bedrijven en de perceelslocaties waar de overtredingen plaats vinden uw verzoek tot handhavend optreden ziet."
Onwil?
Wij bespeuren echter een vorm van bestuurlijke onwil welke leidt tot een strikt juridische opstelling als reactie op ons handhavingsverzoek, om te vermijden dat onderzoek en maatregelen moeten worden genomen.
Invulling verzoek, de bijlagen
Inhoudelijk geven wij invulling aan uw verzoek, door concrete gegevens te geven omtrent situaties in uw provincie, waarbij met grote waarschijnlijkheid bestrijdingsmiddelen zijn toegepast, waarvan het gebruik strijdig is met de Wet natuurbescherming.
De locaties zijn willekeurig gekozen uit, vaak honderden locaties. Dit met excuses naar de betreffende teler.
De specifieke gegevens treft u in bijlage 1 en 2.
Desgewenst kunnen we de coördinaten van meer percelen (honderden) aanleveren waarop bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt.
Wanneer u bijgaande informatie onvoldoende acht, verzoeken wij u ons de gelegenheid te geven, het vermeende verzuim te herstellen.
Concreet of willekeur
Ons handhavingsverzoek is generiek. De reden hiervoor is dat strikte toepassing van de uitspraak van de rechtbank in de praktijk onuitvoerbaar is. Het handhavingsverzoek is er op gericht om handvatten te bieden om die praktische onuitvoerbaarheid van de gevolgen van de uitspraak te verminderen.
Het is mogelijk om een zeer specifiek handhavingsverzoek in te dienen of om de bestaande handhavingsverzoeken aan te vullen met details op perceelniveau. Zie bijlagen voor voorbeelden. Wij zouden een dergelijke lijst op kunnen stellen voor het groeiseizoen 2022.
Een dergelijk niveau van precisering kent echter grote nadelen. Als eerste ontstaat willekeur, immers de keuze van percelen is door ons op arbitraire wijze opgesteld. Sommige initiatiefnemers hebben pech en sommige niet, omdat ze vooralsnog buiten beeld blijven.
Willekeur in de praktijk
Doordat meerdere overheden de Wet natuurbescherming niet of niet concreet toepassen maken wij veel bezwaar tegen onrechtmatige besluiten. In de praktijk levert dit grote frustaties op bij betrokkenen.
In de praktijk gaat het om boeren die tijdens zittingen moeten vechten tegen de tranen. Door jarenlang de wetgeving onvoldoende toe te passen, niet in te willen grijpen en onhoudbare wetgeving te volgen (PAS, partiele vrijstelling stikstof, geen Wnb vergunning bij salderen) zijn de provincies verantwoordelijk voor die wanhoop en willekeur.
Een ander nadeel van handhaven op perceelniveau is dat er vrijwel zeker een administratieve puinhoop zal ontstaan en nog meer willekeur.
Meer onderzoek en onderzoeksplicht
Begin spoedig met generieke maatregelen en geef bovendien invulling aan uw onderzoeksplicht.
Als u specifiekere keuzes wilt maken dat kan dat enkel op basis van nader onderzoek, vooral bestaand uit nemen en het analyseren van vegetatiemonsters. Mogelijk ontstaat dan de mogelijkheid om in sommige gebieden toe te kunnen met een voortoets in plaats van een passende beoordeling.
Onderzoeksresultaten openbaar
Daarbij verzoeken wij u om, na het afronden van het basisonderzoek, de onderzoeksgegevens en resultaten uit eigen beweging openbaar te maken. Daarmee geeft u invulling aan het gestelde in verdrag van Aarhus, onder
artikel 5 lid 1 onder c.
Als blijkt dat bestrijdingsmiddelen in de Natura 2000-gebieden voorkomen, kan worden aangenomen dat de bestrijdingsmiddelen ook voorkomen in de NNN-gebieden, in biologische teelten en in de huizen en tuinen van 'het publiek', wat daarmee het publiek ook meteen het 'betrokken publiek' maakt. Of: eenieder is belanghebbende.
Beslistermijn
Dit handhavingsverzoek is niet van een aard dat binnen een beslistermijn van enkele weken een besluit kan volgen. Desondanks wil Meten=Weten voldoende zekerheid hebben dat de provincies het gesignaleerde probleem gaan oplossen. Wanneer de bereidheid bestaat een aanvang te maken met het handhavingstraject en onderzoek, kan de beslistermijn na overleg worden verlengd. Wij zijn altijd bereid tot overleg.
Namens Meten=Weten
Henk Baptist & Geert Starre
Bijlagen:
Bijlage 1 Verband tussen bestrijdingsmiddelen en teelten
Bijlage 2 Teelten per provincie
Bijlage 1: Verband tussen bestrijdingsmiddelen en teelten
6-Benzyladenine of
6-benzylaminopurine is een synthetische plantengroeiregulator.
Een typische toepassing van 6-benzyladenine is bij de teelt van appel en peer om de opbrengst en kwaliteit van de oogst te verhogen: het zorgt voor vruchtdunning en leidt tot grotere, zwaardere vruchten. Op jonge maïsplanten wordt het verspoten om de productie van maïszaden te stimuleren.
Aclonifen (ISO-naam) is een herbicide. Het behoort tot de difenylethers.
Aclonifen is een geel poeder of gele kristallen, maar het wordt gewoonlijk verkocht in vloeibare vorm als een suspensieconcentraat dat met water moet worden gemengd en versproeid. Het wordt ingezet tegen eenjarige grasachtige en tweezaadlobbige onkruiden. Het wordt versproeid op de grond vóór het uitkomen van het onkruid of rechtstreeks op de onkruiden. Het remt de biosynthese van carotenoïden.
Aclonifen is toegelaten in de teelt van aardappelen
Boscalid (ISO-naam) is een fungicide uit de stofklasse der carboxamiden. Boscalid is een systemisch fungicide: het wordt opgenomen via de bladeren en het remt de werking van het enzym succinaat-ubichinon-reductase, ook gekend als complex II, en verstoort zo de energieproductie in de schimmels. Zij zijn niet meer in staat om de voedingsstoffen om te zetten in energie en sterven af.
Boscalid wordt versproeid op de planten. Het kan in een groot aantal teelten worden toegepast, vooral groenten- en fruitteelt in open lucht. Combinatie met een ander pesticide vergroot nog de inzetbaarheid ervan. In Australië is het toegelaten in de wijnbouw tegen grauwe schimmel (Botrytis cinerea). Het is ook werkzaam tegen onder meer schimmels uit de geslachten Alternaria, Monilia en Sclerotinia.
Chloorprofam (C 10 H 12 ClNO 2 {\displaystyle {\ce {C10H12ClNO2}}}
), ook bekend als isopropyl-3-chloorfenylcarbamaat of CIPC, is een werkzame stof van een gewasbeschermingsmiddel (of pesticide), dat een onkruidverdelgende werking heeft, en behoort tot de chemische familie van de carbamaten.
Deze stof werd met name gebruikt als kiemremmingsmiddel voor de opslag van aardappelen. Het garandeert een opslagperiode van 6 tot 9 maanden, afhankelijk van de kiemkracht van het opgeslagen ras en de opslagtemperatuur.
De Europese Commissie heeft het gebruik van CIPC vanaf 1 januari 2020 verboden[1] na signalen van de EFSA, de Europese voedselveiligheidsautoriteit, dat CIPC schadelijker was dan tot dan aangenomen werd. Er bestaan alternatieven zoals het gebruik van muntolie.
Chloridazon is de ISO-naam van een selectief herbicide. Het wordt vooral gebruikt tegen een aantal breedbladige onkruidplanten bij de teelt van bieten, maar ook van uien en sjalotten, bloembollen en in boomkwekerijen.
Difenoconazool
Het ministerie van LNV stemt in de komende vergadering van Scopaff (oktober 2020) tegen een administratieve verlenging van de werkzame stof difenoconazool. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.
De Europese Commissie stelt voor om de goedkeuring van 27 werkzame stoffen procedureel te verlengen met één jaar, omdat de besluitvorming buiten de schuld van de aanvrager niet tijdig is afgerond. Bij dit pakket van 27 stoffen zit ook de werkzame stof difenoconazool. Dit is één van de vijf azolen waarover de Kamer in 2013 een motie heeft aangenomen om deze stoffen van de markt te halen. De Nederlandse delegatie is daarom van plan om het voorstel van de Commissie te steunen. Dat geldt echter niet voor de stof difenoconazool. Voor dit dossier wil Schouten zich met een stemverklaring verzetten tegen de tijdelijke verlenging.
'Groot probleem in bieten, peen en aardappelen'
Bij het wegvallen van difenoconazool ontstaat er een groot probleem in de bestrijding van verschillende schimmelziektes in bieten en peen, en alternaria in aardappelen.
Penconazool (ISO-naam) is een fungicide uit de grote groep van triazolen of conazolen, waartoe onder meer ook difenoconazool, epoxiconazool, metconazool, propiconazool, prothioconazool, tebuconazool en triticonazool behoren.
Breedwerkend systemisch fungicide voor langdurige preventieve en sterke curatieve bestrijding van verschillende bladziekten in granen, koolzaad, suikerbieten, fruitgewassen, groenten en siergewassen.
Fluopyram is a fungicide and nematicide used in agriculture. Wordt toegepast in groenten, fruit, bolgewassen.
Folpet (ISO-naam) is een fungicide. Toegestaan gebruik bij wintertarwe. Elders Euroopes bij tomaten en winndruiven.
Zou in de bodem snel afbreken. Maar hoe komt het dan in natuurgebieden terecht?
Pendimethalin (ISO-naam) is een herbicide, behorende tot de klasse der dinitroanilines, dat gebruikt wordt bij de teelt van fruit, groenten, graangewassen, aardappelen, tabak en sierplanten.
Prosulfocarb
Een herbicide met brede toepassing.
In landbouwkringen wordt er reeds voor gewaarschuwd dat dit spul zeer zorgvuldig moet worden toegepast.
https://www.landbouwleven.be/11926/article/2021-09-29/prosulfocarb-gebruik-het-niet-graangewassen-tenzij-het-echt-nodig
Prothioconazool
Een fungicide die wordt toegepast in graanteelten.
Pyrimethanil (ISO-benaming) is een organische verbinding uit de groep van de anilino-pyrimidinen, die gebruikt wordt als fungicide in de land- en tuinbouw. Pyrimethanil is een vaste kristallijne stof, die vrijwel onoplosbaar is in water. Toegelaten op druiven, fruit, groenten en sierplanten.
Tebuconazool is een fungicide dat gebruikt wordt in de land- en tuinbouw en in de houtbescherming. In land- en tuinbouw wordt tebuconazool gebruikt bij de teelt van groenten, granen, bomen, graszaden en sierplanten. In proeven op verschillende diersoorten is gebleken dat tebuconazool effecten heeft op de foetus. De stof is daarom in de Europese Unie ingedeeld als mogelijk gevaarlijk voor beschadiging van het ongeboren kind. Tebuconazool is stabiel ten opzichte van hydrolyse en breekt vrij langzaam af in het milieu. ebuconazool is een belangrijke fungicide in de graanteelt. Daarnaast wordt het middel gebruikt in de teelt van onder meer bloembollen, graszaad en prei.
Terbuthylazine
Terbuthylazin is een onkruidbestrijdingmiddel vooral toegepast in granen (incl. mais)
Bijlage 2: Teelten per provincie
Deze bijlage somt per provincie op.
Opsomming per provincie Natura 2000-gebieden, die door hun instandhoudingsdoelen gevoelig zijn voor contaminatie met bestrijdingsmiddelen.
Onder die opsomming, een lijst met teelten, totaal oppervlak (ha) van die teelten en bijbehorende perceelnummers, waar in 2021 die teelten plaatsvonden.
Drenthe
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: Bargerveen, Drents-Friese Wold & Leggelderveld, Drentse Aa-gebied, Drouwenerzand, Dwingelderveld, Elperstroomgebied, Fochteloërveen, Holtingerveld, leekstermeergebied, Mantingerbos, Mantingerzand, Norgerhold, Witterveld, Zuidlaardermeergebied.
Aardappelen, 5835 ha, ALO00 P 1869, RDE00 U 557, BLN00 W 278, DGL00 M 1600
Bieten, 2212 ha, HVT03 N 327, BLN00 R 2487, RDE00 U 665, WTB00 O 772
Bolgewassen, 330 ha, DVR00 I 987, WTB00 R 709, BLN00 L 2760
Fruitteelt (appel),
Graangewassen(Tarwe), 1049 ha, RNN02 K 154, BLN00 G 1747, SDE01 F 2372
Knolgewassen (ui), 399 ha, ALO00 S 183, BLN00 G 2053, HVT03 N 825
Graszaad,
Groententeelt,
Siergewassen (Bloem), 276 ha, HVT03 N 945, WTB00 S 670, DGL00 M 551
Flevoland
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: De Wieden, Lepelaarsplassen, Oostvaardersplassen, Zwarte Meer.
Aardappel 3093 ha, NOP00 B 3024, ZWD03 D 802, DTN01 C 1504
Bieten, 1310 ha, DTN01 C 1504, NOP00 B 4247, ZWD03 R 297
Bolgewassen, 169 ha, NOP00 C 2019, NOP00 B 2500, NOP00 F 3440
Fruitteelt (Appel), 280 ha, NOP00 B 2793, NOP00 C 2928,
Graangewassen (Tarwe), 1924 ha, ZWD03 D 372, DTN01 C 1859, NOP00 B 4281
Knolgewassen (ui), 1905 ha, NOP00 B 2865
Graszaad, 39 ha, NOP00 B 3105
Groenteteelt, 175 ha, NOP00 B 3727
Siergewassen (Bloem), 59 ha, NOP00 C 922
Fryslân, Friesland
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: Alde Faenen, Bakkeveense Duinen, Deelen, Drents-Friese Wold, Duinen Ameland, Duine Schiermonninkoog, Duinen Terschelling, Duinen Vlieland, Fochteloërveen, Grote Wielen, Lauwersmeer, Rottige meenthe & Brandemeer, Sneekmeergebied, Van Oordt’s merksen, Wijnjeterper Schar, Witte en Zwarte Brekken.
Aardappelen, 2367 ha, AJM00 F 527
Bieten, 699 ha, AJM00 F 590
Bolgewassen, 101 ha, NWD02 P 448
Fruitteelt,
Graangewassen(Tarwe), 1161 ha, EEX00 L 532
Knolgewassen (Ui), 394 ha, AJM00 G 494
Graszaad, 70 ha,
Groetenteelt,
Siergewassen (Bloem), 73 ha, NWD02 P 389
Gelderland
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: Arkenheem, bekendell, Binnenveld, Bruuk, Korenburgerveen, Brummen, Kingegebied en Diefdijk Zuid, Loevestein, Poimpveld & Kornsche Boezem, Sint Jansbergm Stelkampsveld, Veluwe, Willinks Weust, Woolse Veen.
Aardappelen, 1726 ha, LTV00 R 509
Bieten, 1073 ha, HGL02 L 1064
Bolgewassen, 102 ha, EPE00 P 2165
Fruitteelt, 1212 ha, MRK01 O 698
Graangewassen(Tarwe), 2498 ha, VBG02 H 54
Knolgewassen (ui), 186 ha, VBG02 H 19
Graszaad, 169 ha, ELS00 M 1276
Groetenteelt, 557 ha,
Siergewassen (Bloem), 393 ha, ODB01 P 369
Groningen
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: Drentse Aa-gebied, Lauwersmeer, Leekstermeergebied, Lieftinghsbroek, Zuidlaardermeergebied.
Aardappelen, 4504 ha, HGZ00 R 657
Bieten, 2059 ha, HGZ00 R 1111
Bolgewassen, 42 ha, VDM00 I 2291
Fruitteelt (appel) 19 ha,
Graangewassen(Tarwe), 3951 ha, URM00 G 365
Knolgewassen (ui), 526 ha, URM00 K 223
Graszaad, 124 ha, URM00 K 668
Groetenteelt, 177 ha, KTB00 C 1218
Siergewassen (Bloem), 77 ha, KTB00 C 1217
Limburg
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: Alle 24 gebieden.
Aardappelen, 2133 ha, MGT02 H 614
Bieten, 2524 ha, MGT02 T 451
Bolgewassen, 283 ha, ECH00 AA 947
Fruitteelt, 459 ha, MGT02 T 742
Graangewassen(Tarwe), 2855 ha, MGT02 T 451
Knolgewassen (ui), 393 ha, MGT02 X 407
Graszaad, 51 ha, EDN00 L 269
Groetenteelt, 604 ha, MBE00 N 33
Siergewassen (Bloem), 743 ha, MGT02 H 463
Noord Brabant
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: alle 21 gebieden.
Aardappelen, 5032 ha, WOU00 Q 461
Bieten, 2725 ha, WOU00 P 840
Bolgewassen, 306 ha, BGN01 L 129
Fruitteelt (Appel), 224 ha, SBG02 AB 480
Graangewassen(Tarwe), 3266 ha, SBG02 Z 382
Knolgewassen (Ui), 1172 ha, SBG02 AA 930
Graszaad, 416 ha, GTL02 H 2297
Groetenteelt, 795 ha, DTO02 C 407
Siergewassen (Bloem), 1041 ha, SBG02 AB 133
Noord Holland
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: 15 gebieden.
Aardappelen, 1859 ha, MTN00 E 1877
Bieten, 918 ha, MTN00 D 1276
Bolgewassen, 1684 ha, EMD02 B 1990
Fruitteelt (Appel), 99 ha, VHZ03 G 16
Graangewassen(Tarwe), 1983 ha, VHZ03 R 308
Knolgewassen (Ui), 600 ha, WRG03 K 459
Graszaad, 205 ha, WRG03 C 582
Groetenteelt, 240 ha, WRG03 H 2629
Siergewassen (Bloem), 1033 ha, BMD00 G 822
Overijssel
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: Alle 24 gebieden
Aardappelen, 1944 ha, AVE00 K 6701
Bieten, 558 ha, AVE00 K 6703
Bolgewassen, 187 ha, HAM00 O 733
Fruitteelt, 24 ha,
Graangewassen(Tarwe), 938 ha, WDN02 M 5
Knolgewassen (ui), 159 ha, WDN02 M 151
Graszaad, 42 ha, WHE00 G 1935
Groetenteelt, 180 ha, OLS00 G 3544
Siergewassen (Bloem), 167 ha, HLD01 V 195
Utrecht
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: Alle 10 gebieden
Aardappelen, 24 ha, WHV00 B 610
Bieten, 47 ha, WHV00 E 415
Bolgewassen, 14 ha,
Fruitteelt (Appel), 323 ha, HTN04 L 41
Graangewassen(Tarwe), 238 ha, WIJ01 F 23
Knolgewassen (Ui),
Graszaad, 22 ha, WHV00 B 594
Groetenteelt,
Siergewassen (Bloem), 106 ha, WDB02 I 548
Zeeland
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: 11 gebieden.
Aardappelen, 3265 ha, WTS00 F 1815
Bieten, 2450 ha, WTS00 F 1827
Bolgewassen, 46 ha, DVL00 H 1135
Fruitteelt (Appel), 525 ha, DVL00 G 646
Graangewassen(Tarwe), 5907 ha, WTS00 F 1687
Knolgewassen (Ui), 1358 ha, WTS00 F 1830
Graszaad, 1132 ha, WTS00 G 202
Groetenteelt, 250 ha, WTS00 F 1808
Siergewassen (Bloem), 559 ha, BWH00 H 74
Zuid-Holland
Natura 2000-gebieden gevoelig voor bestrijdingsmiddelen: 20 gebieden
Aardappelen, 1646 ha, WVN00 B 29
Bieten, 883 ha, WVN00 A 612
Bolgewassen, 724 ha, NWK02 C 1707
Fruitteelt (Appel), 65 ha, BLE02 F 519
Graangewassen(Tarwe), 2120 ha, WVN00 A 500
Knolgewassen (Ui), 710 ha, WVN00 B 714
Graszaad, 167 ha, SLD01 G 125
Groetenteelt, 274 ha, GWD00 E 1188
Siergewassen (Bloem), 949 ha, NWK02 C 771